Natuurlijke en minder natuurlijke materialen
In kleding worden heel veel materialen gebruikt. Deze materialen hebben verschillende productie- en verwerkingsmethoden en verschillende effecten op het milieu. Wij zetten er een aantal op een rijtje.
katoen - in diverse varianten
linnen
hennep
brandnetel
wol
rayon
viscose/rayon
modal
lyocell
tencel
Ecovero
bamboe
polyester
We schetsen hiermee een heel breed beeld van verschillende materialen die overigens niet allemaal in de rekken hangen van Het Duurzame Warenhuis. Wij wegen steeds af wat voldoet aan onze duurzaamheidseisen en bewegen mee met nieuwe ontwikkelingen. Dat maakt dat elk seizoen onze inkoop kan verschillen.
Heb je vragen hierover? Schiet ons gerust aan in de winkel of mail ons. Hoe meer kennis van materialen je hebt, des te beter je een goede afweging kunt maken bij je kledingaankopen, of dat nu bij ons of elders is.
Natuurlijk
Katoen
Een van de meest geliefde en meest gebruikte materialen in kleding is katoen. Katoen is wat kreukgevoelig maar heeft vooral een aantal heel prettige eigenschappen:
slijt niet snel
voelt natuurlijk aan op je lichaam
is vocht absorberend en luchtdoorlatend
is gemakkelijk te reinigen
is redelijk stroef, maar sterk materiaal
neemt veel vocht op
kan gemakkelijk worden geverfd;
is een zeer stevige stof door de innerlijke structuur.
Katoen kent verschillende soorten wevingen.
Katoen satijn: gemaakt van heel fijn katoengaren, waardoor het materiaal zijdezacht en glad aanvoelt.
Percale katoen: dit voelt zachter en prettiger aan dan normaal katoen.
Jersey katoen: dit is een soepele en elastische stof is met een hoge rekbaarheid. Jersey katoen is gebreid. Er wordt onderscheid gemaakt tussen single jersey en interlock. Het verschil zit in de dikte.
Flanel katoen: flanellen stof is fijngeweven katoen dat licht geruwd is, waardoor het wollig en lekker dik aanvoelt.
Twill katoen: is een speciale weeftechniek, herkenbaar aan het diagonale weefpatroon in de stof. Twill katoen is erg sterk en dik, waardoor het veel gebruikt wordt voor spijkerbroeken, werkjassen en overhemden.
Biologisch katoen
Wie een duurzamere keus wil maken, kiest biologisch geteelde katoen. Kort gezegd: bij de productie van biologisch katoen maken boeren gebruik van technieken en materialen die een lage impact hebben op het milieu. Er worden geen pesticiden gebruikt tegen ongedierte en ziektes, geen kunstmest ,geen genetisch gemanipuleerde organismes en er vindt wisselteelt plaats om voedingsstoffen in de grond te behouden. Er wordt vaak gestreefd naar minder water gebruik, juist omdat katoen vaak geteeld wordt op plekken met waterschaarste.
Aan het telen van biologisch katoen zit voor boeren ook een keerzijde. Zonder chemische middelen groeit katoen een stuk langzamer, waardoor er minder geproduceerd kan worden. Waar bij regulier geteelde katoen chemische ontbladermiddelen worden gebruikt om machinaal te kunnen plukken, moet biologisch katoen met de hand geplukt worden. Biologisch katoen heeft dus vanzelfsprekend een hogere, en dus eerlijkere prijs.
In een eerder blog schreven we over de minder prettige kanten van de reguliere katoenteelt en hoe het anders kan.
Katoen in conversie
Katoen in conversie is de vezel die geproduceerd wordt tijdens de overgangsperiode van een conventionele katoenboerderij naar biologische katoenproductie. Dit proces duurt tot drie jaar, waarin de boeren al wel biologische landbouwpraktijken gebruiken en zich richten op de bodemgezondheid. De katoen mag echter nog niet gecertificeerd worden als biologisch. Door dit katoen te kopen ondersteun je dus de boeren die de omslag willen maken naar biologische landbouw.
Gerecycled katoen
Alle producten met gerecycled katoen maken gebruik van katoenen stof en vezels die in de productieketen normaal zouden worden verspild; van vezels die zijn opgevangen tijdens het spin-, verf- en weefproces tot textielresten tijdens het snijden.
Recycling vermindert aanzienlijk de hoeveelheid water, energie en chemicaliën die nodig zouden zijn om nieuwe vezels te produceren en benut en vermindert afvalstromen in het maakproces.
Het predikaat gerecycled katoen geeft geen garantie voor een (deels) biologische herkomst.
PCRC katoen
PCRC staat voor Post-Consumer Recycled Cotton. Dit houdt in dat de vezel die wordt gebruikt voor bijvoorbeeld nieuw denim, al een volwaardig leven heeft gehad. Het is geproduceerd, gedragen en weggegooid. Nadat de bovenkant van de spijkerbroek is afgesneden, worden de overblijfselen versnipperd en vervolgens gemengd tot nieuwe garen. De bovenkant van de tailleband wordt afgesneden omdat er veel metalen onderdelen in zitten die de shredder kunnen verstoren. Het gebruik van de afvalstroom van denim na consumptie heeft verschillende voordelen. Er zullen minder kledingstukken op de vuilnisbelt belanden en er zijn minder chemicaliën en water nodig voor de productie van katoen en het verven van stoffen.
Ook bij PCRC katoen is er geen garantie voor een eventuele biologische herkomst.
Regeneratief katoen
Dit is katoen die is verbouwd volgens de principes en methoden van de regeneratieve landbouw. Deze vorm van landbouw werkt op basis van natuurlijke processen en is er op gericht om bodem en landschap te verbeteren en te verrijken. Een gezonde bodem zorgt voor een betere waterhuishouding, gesloten voedingsstoffenkringlopen (dus zonder input van buitenaf), een verbeterde biodiversiteit en het vasthouden van CO2. Regeneratieve landbouw levert hiermee een bijdrage aan het verminderen van klimaatverandering. De weerbaarheid en daarmee ook de productiviteit van de bodem worden vergroot.
De ‘regenerative cotton standard‘ is een vrijwillige standaard die met name gericht is op het werken met kleine boeren. Een aantal grote merken heeft zich er inmiddels bij aangesloten.
Linnen
Linnen wordt net als katoen gemaakt van plantenvezels. Zoals katoen wordt gemaakt van de katoenplant, wordt linnen gemaakt van de vlasplant. Het productieproces van linnen is duurzamer dan van katoen doordat de vlasplant veel minder water en geen pesticiden nodig heeft om goed te groeien. Het proces om linnen te maken is wel arbeidsintensiever, waardoor linnen over het algemeen iets duurder is dan katoen. Daartegenover staat wel dat linnen sterker is, langer meegaat en een unieke zomerse en casual uitstraling heeft.
Vroeger kende Nederland een bloeiende vlasindustrie en gelukkig is linnen is weer meer in opkomst. Kijk bijvoorbeeld eens bij The Linnen Project., een initiatief van oa The Crafts Council dat werkt aan een herwaardering van een kleinschalige, duurzame regionale vlasketen in Nederland.
Linnen:
draagt luchtig en lekker koel
ventileert goed
droogt snel
gaat lang mee
is stevig en makkelijk te bewerken
heeft antiallergische en antibacteriële eigenschappen
kreukt sneller dan de meeste andere stofsoorten
heb je een gevoelige huid, dan kan het zijn dat linnen wat prikkend aanvoelt.
Hennep
Ook hennep stof is erg milieuvriendelijk. Met name doordat de organische vezels 100% recyclebaar zijn. Maar ook het productieproces van hennepvezels is zeer duurzaam, zeker vergeleken met andere textielsoorten. Hennep groeit namelijk razendsnel en produceert meer vezelopbrengst per hectare dan welke andere vezelgewas dan ook. Het levert tot wel 250% meer vezels dan katoen op dezelfde hoeveelheid land. Daarnaast put hennep de grond niet uit. De planten laten hun bladeren achter waardoor de grond vruchtbaar en het vochtgehalte op peil blijft. Ook is er bij de productie van hennep veel minder water nodig dan bij de productie van katoen. Vaak is af en toe wat regen al voldoende. Hennep is weinig gevoelig voor ziekten, hierdoor zijn er bij de teelt geen of zeer weinig pesticiden nodig.
Hennep:
is supersterk en gaat lang mee
is antibacterieel en UV-bestendig
is thermo-regulerend
neemt goed water op & droogt snel
is slijtvast (ongeveer 4x zo sterk als katoen) en wordt zachter naarmate je het vaker wast en draagt
kreukt nauwelijks
is 100% biologisch afbreekbaar.
Brandnetel
Al eeuwenlang is brandnetel gebruikt om draden van te spinnen. Het oudste bewijs stamt al uit de Bronstijd.
Net als vezelhennep groeit brandnetel snel, is het weinig veeleisend, heeft geen pesticiden nodig en kan het toe met weinig water. Brandnetel levert een zijdezachte draad op, maar het proces om de vezels uit de harde stelen te winnen is tijdrovend. Daardoor kan brandnetel qua prijs niet concurreren met de wereldmarkt van katoen.
In Nederland kwam dit qua duurzaamheid zeer veelbelovende gewas de laatste jaren daarom niet echt van de grond – zie het voorbeeld van Brennels/Netl, het bedrijf dat de familie Crébas in de Noordoostpolder heeft opgezet.
Momenteel experimenteren ontwerpers in binnen en buitenland op kleine schaal met brandnetelkleding. Ook wordt het wel verwerkt in breigaren – dat betreft dan meestal Ramie. Brandnetelvezel is, net als hennep en linnen – luchtig en koel. Het laat zich goed mengen met katoen. Wij hopen op een come-back!
Wol
Wol is een prachtige, natuurlijke, hernieuwbare en biologisch afbreekbare grondstof. Wollen kleding heeft goede vocht- en warmteregulerende eigenschappen en is anti-bacterieel. Wol hoeft niet vaak te worden gewassen, ventileren is veelal voldoende. Als je wollen kleding met zorg behandelt, gaat deze heel erg lang mee. Je kunt wol het hele jaar door dragen.
De wolindustrie is niet per definitie duurzaam, vaak worden de dieren met chemische middelen of preventieve antibiotica behandeld tegen ziektes en ongedierte en vaak worden bij het wassen chemicaliën gebruikt.
Voor kleding wordt vaak merinowol gebruikt. In Australië, een van de grootste merinowol producenten, wordt nog steeds gebruikt gemaakt van het zogeheten ‘mulesing’: het wegsnijden van de huid rond het achterwerk, om zo vliegenlarven te voorkomen. In Europa en Nieuw Zeeland is mulesing verboden. Let er bij aankoop dus op dat de wol mulesing-vrij is, liefst afkomstig uit kleinschalige schapenhouderijen en nog liever met een certificaat waaruit blijkt dat er sprake is van diervriendelijke, ecologische houderij, goed landbeheer en/of ecologische verwerking. Denk aan het EU ecolabel, de Responsible Wool Standard of het GOTS keurmerk.
Semi-natuurlijke / semi-kunstmatige stoffen
Dit zijn stoffen die een natuurlijke basis hebben die met behulp van chemicaliën worden omgezet naar bruikbare vezels.
Rayon
Rayon, vroeger ook wel kunstzijde genoemd, werd eind 19e eeuw uitgevonden, als goedkoper alternatief voor zijde. De basis van Rayon was cellulose van diverse planten, die door middel van diverse chemische processen werd omgezet in viscose, een stroperige vloeistof waaruit een film (cellofaan) en een draad (rayongaren) gesponnen kon worden. Tot ongeveer 1950 was het een zeer populaire stof vanwege luchtige en soepele eigenschappen. De garens werden toen zelfs nog heel dicht bij huis gemaakt, namelijk in de Nymafabriek, hier in Nijmegen, aan de Waal. Een nadeel waar men toen nog helemaal niet mee bezig was, was dat er veel chemicaliën voor nodig waren. Deze chemicaliën kwamen via het water in de natuur terecht.
Viscose-rayon
Dit is een type rayon die gemaakt wordt van houtcellulose. Ook hierbij zijn veel chemicaliën nodig om de houtcellulose om te zetten in zachte vezels. Viscose kan van verschillende soorten hout worden gemaakt; er bestaat bijvoorbeeld ook bamboe-viscose. Voor de meeste viscose wordt gebruik gemaakt van hout uit oerbossen, en komen de chemicaliën nog steeds in de natuur terecht. Omdat dit in Europa wegens milieu-eisen en kosten niet meer geproduceerd kan worden, wordt dit voornamelijk in lage-loon-landen gemaakt. De meeste viscose die je in winkels tegenkomt is dus helemaal niet zo duurzaam.
Modal
Dit is een verdere ontwikkeling van viscose, de garens worden op een andere manier bewerkt waardoor ze nog steviger zijn. Modal vezels staan bekend om hun zachtheid. Het heeft een mooie glans en een hoge flexibiliteit, wat resulteert in een zachte en sterke stof. Dankzij de speciale fijne weving van de vezels wordt de zachtheid versterkt, zelfs na vaker wassen. Daarom zie je dan ook vaak dat deze stof wordt gecombineerd met andere stoffen om daarvan de zachtheid en dus het draagcomfort te verbeteren.
Lyocell
Lyocell is een natuurlijke viscose. Voor het maken van deze stof wordt gebruik gemaakt van andere chemicaliën die minder milieubelastend zijn. Deze chemicaliën kunnen bovendien makkelijker uit het water gefilterd worden. Niet alle Lyocell is afkomstig van hout dat duurzaam geteeld of gecertificeerd is. De meest kenmerkende eigenschappen van Lyocell stoffen zijn: sterk, zacht en goede vochtregulatie. Door die veelzijdigheid bestaan er veel verschillende technieken waarmee verschillende soorten Lyocell stoffen gemaakt kunnen worden.
Tencel
Tencel is de handelsnaam van de door het Oostenrijkse bedrijf Lenzing uitgebrachte Lyocell stoffen. Tencel wordt ook wel een ‘natuurlijke kunstvezel’ genoemd. Het wordt gemaakt van houtpulp van de eucalyptusboom, een 100% natuurlijke grondstof. Het hout wordt gehaald uit duurzaam beheerde bossen met het FSC-keurmerk voor verantwoord bosbeheer. Eucalyptusbomen hebben in vergelijking met biologische katoen minder water nodig, en in vergelijking met “gewone” katoen ook veel minder pesticiden.
Na de kap en het verwijderen van de bast worden de kale stammen versnipperd tot stukjes ter grootte van een postzegel. Deze snippers worden vermengd met een chemische stof die ervoor zorgt dat de snippers vloeibaar worden. Dit gebeurt in een closed-loop proces. De chemische producten die in het proces worden gebruikt, worden uit het water gefilterd en vrijwel geheel gerecycled. Het afvalwater dat wel vrijkomt, is niet schadelijk voor het milieu. De uiteindelijke vezel is daarna 100% biologisch afbreekbaar. Het bleken van de vezels gebeurt volledig chloorvrij. Aan het productieproces werd door de Europese Unie de Europese Prijs voor het Milieu toegekend. Tencel is gecertificeerd, en heeft het EU-ecolabel.
Tencel stof:
is zacht wat zorgt voor draagcomfort
is sterk en daardoor ook geschikt als sportkleding
‘ademt’ en dat is prettig in zowel de winter als de zomer
absorbeert water beter dan katoen, maar droogt toch sneller
krimpt en kreukt minder dan katoen
is uitstekend bestand tegen bacteriën, geen vieze geurtjes dus (Fun fact: bacteriegroei gaat bij synthetische stoffen maar liefst 2000 keer zo snel!)
Lenzing is zeer actief op het gebied van deze semi-natuurlijke vezels. Ze hebben ook nog TENCEL-MODAL ontwikkeld. Hiervoor wordt ook gebruik gemaakt van een closed-loop proces. Bovendien komt het hout van duurzaam gekweekte bomen. Tencel-Modal heeft ook het EU-ecolabel.
Nog een nieuwe Tencel variant die Lenzing sinds kort op de markt heeft is TENCEL-LUXE. Deze stof kenmerkt zich doordat het een Lyocell is, gemaakt met extreem fijn filamentgaren. Hierdoor krijg je een zijdezachte en luxe stof. Rijk aan kleur en enorm soepel, waardoor het heel mooi valt. Deze stof zit nog niet in onze huidige collecties.
Ecovero
Is een nieuw en nog duurzamere Lyocell-stof die ook door Lenzing wordt gemaakt, van duurzaam hout uit gecontroleerde FSC en PEFC gecertificeerde bossen in Europa. In vergelijking met viscose wordt voor het maken van deze stof 50% minder water en energie gebruikt. De CO2 uitstoot is ook 50% lager dan die van reguliere viscose. Deze stof is ook gecertificeerd met het EU-Ecolabel.
Bamboe
Bamboe kleding is zacht en draagt zeer comfortabel, koel in de zomer en warm in de winter.
Bamboe groeit heel snel, heeft weinig water en geen pesticiden nodig en kan zelfs op arme grond goed uit de voeten. De wortels blijven na de oogst in de grond achter van waaruit de plant weer doorgroeit. De grond ligt dus feitelijk niet braak, wat bodemerosie tegenhoudt. Bamboe neemt veel CO2 op. De productie is dus behoorlijk duurzaam.
Voor de verwerking geldt een iets ander verhaal. Ook voor de verwerking van de bamboevezels tot garen worden chemicaliën gebruikt. Voor wat betreft hergebruik van chemicaliën ondergaat het een vergelijkbaar proces als tencel.
Bamboe kan ook mechanisch worden verwerkt. Dit is meer milieuvriendelijk maar ook meer tijdrovend en dus duurder. De bamboe wordt eerst vermalen en verhit en dan afgebroken met natuurlijke enzymen. Vanuit de papperige massa die overblijft worden de vezels mechanisch onttrokken, waarna het garen wordt gesponnen.
Voor duurzame bamboe zijn certificeringsprocessen in opkomst.
Niet natuurlijk
Polyester
Polyester wordt heel veel gebruikt in kleding. Het is een vezel die weinig vocht vasthoudt. Dankzij de kromming van de vezel is de stof veerkrachtig, licht en kreukt het niet. Ook is het vorm- en kleurvast en resistent tegen zweet en UV-stralen.
Dat klinkt goed, maar uiteindelijk is polyester gewoon plastic. Het bestaat uit polyethyleentereftalaat (PET), het meest voorkomende type plastic ter wereld en gemaakt uit aardolie. Niet bepaald goed voor het milieu dus.
Gerecycled polyester
Gerecycled polyester is gemaakt van plastic afval. Bestaande kunststof wordt hiervoor gesmolten en opnieuw gesponnen tot een nieuwe polyestervezel. Door polyester te recyclen, hoeft er dus geen nieuw plastic gemaakt te worden. Dit heeft dus een lager grondstoffen- en energieverbruik en een lagere uitstoot tot gevolg. Ook wordt door te recyclen de afvalberg verkleind en worden oceanen schoner.
Een vorm van gerecycled polyester die je veel tegenkomt is rPET: polyester gemaakt van gerecyclede PET-flessen. Deze flessen zijn uit de oceaan gevist en krijgen een tweede leven als bijvoorbeeld regenjas.
Helaas wordt hier veel mee gesjoemeld en worden er nu in China zelfs petflessen specifiek geproduceerd voor opname in het rPET programma. Oftewel men doet aan greenwashing.
Het predikaat rPET geeft geen garantie dat hierop wordt gecontroleerd.
Wil je meer weten over de grondstoffen en materialen die in kleding worden verwerkt? Lees dan eens ‘Goede Gespreksstof’. Dit boek, een initiatief van Fibershed Nederland, neemt je mee in de wereld van kleding. Waar we generaties lang kleding droegen van natuurlijke vezels, er zuinig op waren en het repareerden wanneer het kapot ging, bestaat nu een groot deel van onze kleding uit plastic en komt er enorm veel kleding op de afvalberg.
Goede Gespreksstof laat zien dat het anders kan. Het is geschreven voor jongeren maar zeker ook interessant voor volwassenen.